Wat is steenkolenduits of valse vrienden?
Steenkolenduits is de grappige naam voor het slechte tot zeer slechte Duits dat wordt gesproken door Nederlanders.
De term is bedacht door het te vergelijken met steenkolenengels.
Omdat Nederlands en Duits dicht bij elkaar liggen en als zustertalen worden gezien, vallen de overeenkomsten vaak meer op dan de verschillen.
Met relatief simpele klankregels kunnen we vaak van een Nederlands woord een soortgelijk Duits woord maken.
Toch zijn Nederlands en Duits nog steeds verschillende talen.
Wanneer Nederlandstalige mensen op deze manier Duits proberen te spreken, maken ze vaak grote fouten op het gebied van grammatica, woordenschat en uitdrukkingen. Het verduitsen van Nederlandse woorden leidt vaak tot woorden die of niet bestaan of een volkomen andere betekenis hebben.
Bekende voorbeelden zijn "versuchen" voor verzoeken (werkelijke betekenis "proberen", correcte vertaling bitten) en "mögen" voor mogen (werkelijke betekenis "houden van", correcte vertaling dürfen).
Een voorbeeld is "Darf ich mal bellen?", wat in het Duits "Mag ik even blaffen?" betekent, correct zou zijn "Darf ich mal Ihr Telefon benutzen?".
Ook humoristisch is "Haben Sie das in der Gassen?" als vertaling voor "Heeft u dat in de gaten?" (Gassen zijn steegjes).
Wat te denken van "Jetzt kommt die affe aus der mauwe" of "Haben Sie das in den Löchern".
Nog wat voorbeelden;
Ich darf es nicht an
Nederduits voor: Ik durf het niet aan.
In correct Duits is het: Ich traue mich nicht, maar je zult wel moeten als je een beetje soepel door het gesprek wilt.
Interessant om te weten is dat het Duitse werkwoord dürfen geen durven betekent, maar mogen.
Voor het Nederlandse durven is het Duitse werkwoord wagen.
Nicht zu hart vom Stapel laufen
Nederduits voor: Niet zo hard van stapel lopen.
In correct Duits is het: Nichts überstürzen.
Doordat wij zo vaak hard van stapel lopen, floepen de taal- en uitspraakfouten er zo uit.
We zijn geneigd Nederlandse woorden letterlijk te vertalen, zoals we hierboven hebben gezien, maar ook te verklanken.
We gaan ervan uit dat het Duitse woord min of meer hetzelfde klinkt als het Nederlandse, en spreken een Nederlands woord gewoon op z’n Duits uit.
Daarom durven wij het gerust aan om in een gesprekje Duits te springen. Ons enthousiasme is onze valkuil.
We draaien onze hand niet om voor: Er ist ein Held auf Socken, een Nederduitse volzin die even prachtig als fout is.
"Er ist ein Pantoffelheld" is correct.
Ein Borrel, da bin ich echt an zu
Nederduits voor: Een borrel, daar ben ik echt aan toe.
In correct Duits is het: Jetzt bin ich wirklich reif für einen Schnaps.
De Duitse en Nederlandse taal kennen veel woorden die je bijna hetzelfde schrijft.
Het zijn tenslotte zustertalen.
We gaan er vaak blind vanuit dat het Duitse woord hetzelfde geschreven wordt én hetzelfde betekent.
Er liggen allerlei taalblunders op de loer.
Het is verleidelijk om te vallen voor steenkolen Duits (of valse vrienden): Duitse en Nederlandse woorden die op elkaar lijken, maar een andere betekenis hebben.
In het Duits en Nederlands zijn er zo’n 200 valse vrienden.
Voorbeeld van een valse vriend: Soll ich dich verführen?
Een attent aanbod om iemand te vervoeren.
In werkelijkheid vraag je of de ander behoefte heeft aan een spannend avondje.
Zo zie je maar dat het belangrijk is de Duitse taal te beheersen, voor je in de problemen komt!